De werkgroep ADOPTIE



Nieuws




Geplaatst op 23 november 2017 om 11:20 uur

Resultaten retro-en prospectieve studie naar kwaliteit medische duiding dossiers van mogelijk te adopteren kinderen bekend.


In januari2013 is n.a.v. een casusonderzoek interlandelijke adoptie door de Inspectie jeugdzorg een rapport opgesteld. Naar aanleiding hiervan is de Inspectie meteen aantal verbeterpunten gekomen. Tevens was Inspectie op basis van ditcasusonderzoek van mening dat medische consultatie tijdens de matching, de  medische evaluatie  van het kind na aankomst in Nederland  en een gestructureerde vorm van nazorg bijdragen aan het verkleinen van de in het onderzoek geconstateerde risico’s. In 2014 is in opdracht van het ministerie van VWS gestart met het opstellen vaneen afsprakenkader adoptie nazorg.
In dit afsprakenkader is als onderdeel van de procedure de duidingsfase opgenomen, waarbij als uitgangspunt zou moeten gelden dat elk kind, c.q. dossier standaard wordt gecheckt door een kinderarts met expertise interlandelijke (tropen) adoptie op een aantal vaste, objectieve wetenschappelijke medische en psychosociale verificatiepunten met voorspellende waarde. Het gaat daarbij om kwetsbare en beschermende factoren waar informatie over gewenst is. Er werd een stuurgroep ingesteld onder leiding van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. In de stuurgroep zat een afvaardiging van alle ketenpartners die betrokken zijn bij interlandelijke adoptie zijnde  het Ministerie, de vergunninghouders, de Raad voor de Kinderbescherming en de Stichting Adoptie Voorzieningen. Daarnaast is de NVK vertegenwoordigd middels de werkgroep adoptie van de Expertisegroep Global Child Health. In 2015 werd in samenwerking met de ketenpartners en de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde een project opgestart bestaande uit een retro- en prospectieve studie.

Door Rolf Pelleboer werden 2 studies opgezet en geleid: De retrospectieve studie had tot doel om inbeeld te brengen op welke wijze medische duiding reeds was ingebed in het bemiddelingsproces bij de verschillende vergunninghouders en landen en of er verschillen zouden zijn tussen hoe kinderartsen dossiers zouden hebben geduid en hoe de dossiers in de procedures reeds waren geduid. Hiertoe zijn at random 20 dossiers geselecteerd uit het voorgaande jaar.

Door de prospectieve studie werd in beeld gebracht op welke wijze 50 actuele dossiers, die werden doorgezonden naar een controle duidende kinderarts, de medische duiding door vergunninghouders actueel is ingebed, hoe beschikbare dossiers eruit zien en wat verbeterd kan worden.

Lees hieronder het gehele verslag:


Bestand openen
1511432569_2017-10-02-Eindrapportage-pilot.docx






Expertisegroep Global Child Health
© Copyright 2024
Contact
Beheer
Deze website is ontwikkeld door Romilan ICT